Kyokushinkai Mas. Oyama:
Het symbool staat hier afgebeeld. |
Kanku: Dit symbool (op de hompage) geeft de oneindigheid aan. Het is het met de handen omvatten van het uitspansel (de hemel). Waarbij de uiterste hoeken (de punten) door de vingers worden weergegeven met links en rechts de bredere gedeelten die de polsen (symbool voor kracht) voorstellen. Met in het midden de doorkijk in het oneindige. Dit alles omgeven door een cirkel die de nooit eindigende actie aangeeft. |
Kyokushinkai kumite regels:
Op deze pagina zal ik in het kort de wedstrijdregels beschrijven, met eventueel een verwijzing naar regels bij andere belangrijke kumite's (zoals examen voor het behalen van een hogere graad).
Om te beginnen wordt er op wedstrijden zonder enkele vorm van lichaamsbeschermers gevochten. Met uitzondering van een kruisbeschermer, borstbescherming voor de dames en een mondbit. Soms wordt er voorzien dat de vechters scheenbeschermers dragen, alhoewel dit eerder uitzonderlijk is.
Bij wedstrijden wordt er steeds in gewichtsklasses gevochten, -70kg, -80kg, -90kg en +90kg. Dit zijn zowat de meest voorkomende klasses. Bij examens, de 100 man kumite en soms andere wedstrijden wordt er zonder gewichtsklasses gevochten. Omdat je bij een echt gevecht nu ook niet direct kiest hoeveel gewicht je tegenstander op de weegschaal brengt.
De wedstrijd, een wedstrijd wordt meestal in tornooi vorm gevochten. Je hebt een aantal voorrondes waarna de halve finale en de echte finale volgen. Hoe zwaar het parcours is dat je moet afleggen (de tegenstanders die je tegenkomt) hangt af van de loting. Elke partij duurt 2 minuten, waarna er eventueel een verlenging volgt. Is er daarna nog geen beslissing dan kijkt men naar het verschil in gewicht of hoeveel plankjes je gebroken hebt (tamashiwari). Deze tamashiwari wordt pas bepalend bij hogere wedstrijden, of hoe verder het tornooi vordert. In de finale worden meestal ook 2 ronden van 2 minuten gevochten.
Hoe kan je winnen? Je kan winnen door een ipon, dit wil zeggen dat je succesvol je tegenstander hebt uitgeschakeld (knock out of knock down). Door 2 wazahari's (=ipon), een wazahari krijg je als je tegenstander slechts even "van de kaart" is. Of op beslissing, dat is als er geen punten gemaakt zijn maar je wel duidelijk kan zien wie de beste vechter is. Komen de scheidsrechters echter niet tot een beslissing, dan wordt het gewicht gewogen of het aantal gebroken plankjes geteld.
Je tegenstander kan ook strafpunten krijgen, wat natuurlijk kan leiden tot een uitsluiting waardoor je ook wint. Een strafpunt krijg je bij onsportief gedrag of het toepassen van niet toegestane technieken. Wat mag zoal niet:
- je tegenstander vasthouden (dit mag wel even, een paar seconden)
- alle arm- of handtechnieken naar het gezicht (jodan zone)
- aanvallen naar het kruis
- een gevallen tegenstander aanvallen
- bijten, krabben, aan de haren trekken, ogen uitsteken en alle andere aanverwanten hiervan
- aanvallen naar de rug van je tegenstander
- open handtechnieken, zoals steken met de vingers of slagen met de handpalm
- aanvallen naar gewrichten, zoals de knie
Nu de toegestane technieken:
- alle beentechnieken (ook de knietjes), naar de benen, het bovenlichaam en het gezicht
- stoten naar het bovenlichaam
- uitvoeren van een veeg (je tegenstander vloeren)
Voila, nu je dit weet kan je beginnen. Op training wordt er natuurlijk voor gezorgd dat er zo weinig mogelijk ongevallen zijn. Vandaar ook dat je hier niet vecht met de bedoeling een ipon te behalen. Je draagt ook steeds bescherming, scheen- en handbeschermers minimum. En er wordt vooral van uitgegaan dat je respect hebt voor je tegenstander en rekening houdt met zijn niveau.